Sinds 1961 geldt het apostilleverdrag van Den Haag. Alle landen die dit verdrag hebben ondertekend (de lijst vindt u hier), hebben samen afgesproken dat één specifiek stempel volstaat om een vertaalde tekst om te dopen tot een gelegaliseerde vertaling die geldig is in al die landen. Dit specifieke stempel heet ‘apostille’. Apostilles kunnen worden opgehaald bij de rechtbank.
Een gelegaliseerde vertaling bespaart vaak tijd en geld
Soms is het echter zo dat u een vertaling nodig heeft in een land dat het verdrag niet ondertekend heeft, wat betekent dat u door een bureaucratische molen zult moeten: de legalisatieprocedure. Deze procedure houdt in dat u bij verschillende instanties stempels dient te verzamelen om aan een gelegaliseerde vertaling te komen. De eerste stempel haalt u bij de rechtbank waar de beëdigd vertaler staat ingeschreven. Het is daarom slim om aan de vertaler te vragen waar hij precies staat ingeschreven voordat u hem de opdracht geeft. U kunt ook de vertaler vragen het apostille zelf te regelen. Als u deze stempel op zak heeft neemt u het document mee naar het Ministerie van Justitie in Den Haag voor de volgende stempel. Vervolgens gaat u langs bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken en ten slotte langs de ambassade van het betreffende land. Houd er rekening mee dat de openingstijden van al deze instanties niet op elkaar zijn afgestemd. Zo kan het dus zijn dat u soms meerdere dagen nodig om alle benodigde stempels te vergaren. Ook kan het zijn dat u bij een bepaalde instantie een aantal dagen moet wachten voordat u het document weer terugkrijgt.
Meer informatie
Als u nog vragen heeft over wat een gelegaliseerde vertaling is, stuur ons dan een berichtje. Wij helpen je graag.